Luc Pelt (52) en zijn gezin uit Wamel hebben drie generaties Oekraïners te gast.
Tekst: Anne Kleisen
Hoe is de situatie bij jullie thuis nu Luc?
“Wij zijn een gezin van vier. Ik woon met mijn vrouw en twee dochters van 15 en 17 jaar in een woonboerderij. Sinds een week of drie hebben we een jonge moeder met haar kindje van zeven maanden en de oma in huis. Onze woonboerderij is vrij groot. De woonkeuken gebruiken we nu zelf als woonkamer. Daar zaten we toch al heel veel. De woonkamer hebben we leeggehaald en die hebben zij in gebruik. Ook de toilet beneden laten we aan hen. De douche is gezamenlijk maar zij douchen meestal ’s avonds terwijl wij dat ’s ochtends doen dus dat loopt elkaar helemaal niet in de weg. We delen de keuken. Zij eten met ons mee en wij ook vaak met hun. In het begin was het even wennen want zij hebben andere eetgewoonten. Qua zwaarte eten zij voor lunch wat wij voor diner hebben en andersom. Het was even zoeken voor hen wanneer ze moesten aanschuiven en wij wilden hen niet meteen vanalles opdringen. Maar na die eerste dagen eten we elke dag gezamenlijk. De ene dag koken zij en de andere dag wij”.
Wat is jullie motivatie om gasten te verwelkomen?
“Zodra de oorlog in Oekraïne startte en de eerste berichten naar voren kwamen, voelden we de behoefte om iets te doen. Je kunt natuurlijk geld doneren maar dat is redelijk makkelijk, vond ik. Deze oorlog is toch wel dicht bij huis. Toen zag ik een bericht van Takecarebnb voorbijkomen. Dat is iets wat je praktisch kan bijdragen en waarvan je zou willen dat mensen het ook voor jou zouden doen als jij in die situatie zou zitten. Je wilt niet dat je dan voor een dichte deur staat maar dat er wel een giro 555 nummer is. We hebben het natuurlijk wel overlegd, ook met onze kinderen. Je weet nooit wat je in huis krijgt, maar je moet er wel mee dealen. Zeker in het begin vonden de kinderen het best spannend maar ze vinden het ook goed dat we als familie iets goeds kunnen doen”.
Hoe was de eerste ontmoeting met jullie gasten?
“We hadden ons opgegeven bij Takecarebnb en kregen na twee dagen een telefonische screening. Daarna hebben we heel lang niets vernomen. Dat was heel frustrerend. Het duurde zo lang dat we dachten ‘Nou ja dan was dat het ook”. Toen werden we op een vrijdag toch nog gebeld: “Zondag staat er iemand voor de deur”. We hadden alleen wat foto’s gezien en wat basale informatie gekregen. Omdat er ook een kind bij is moesten we ons huis er wel op inrichten, met een babybedje en het moest kindveilig zijn. De eerste ontmoeting was prima, maar ze spreken geen Engels, Duits of Nederlands. Ze hadden ook een ongelofelijk lange reis achter de rug en kwamen in een vreemde omgeving. We wilden ze dus heel duidelijk maken dat ze welkom waren maar verder ook gewoon even laten ademen. Langzaamaan merkten we dat ze meer comfortabel raakten in de situatie en met ons”.
Wat heb je verder al zoal aan ervaringen met ze opgedaan?
“Er is een keer een tolk mee geweest en dan merk je dat ze een aantal vragen niet aan ons durven stellen. Zoals dat ze willen weten of ze zelfstandige woonruimte moeten zoeken. Ze voelen zichzelf snel tot last. Ze willen op eigen benen staan, ze zijn best trots en wat dat betreft vergelijkbaar met ons. Verder zijn het hele rustige lieve mensen. Ze hebben het een en ander meegemaakt maar ze kunnen wel lachen. Dat vind ik het mooist om te zien, dat ze comfortabeler worden en dat ze kunnen ontspannen. Er is nog steeds veel spanning vanuit het thuisfront want hun mannen zitten daar. En niet in het veiligste stuk. Hier kunnen ze ook andere dingen doen dan zich alleen maar zorgen maken. Het zijn mensen zoals jij en ik die hun handje niet willen ophouden. De oma gaat vanaf maandag fulltime de schoonmaakploeg versterken in een hotel-restaurant. We leven hier in zo’n rijkdom, daarmee kunnen we makkelijk anderen helpen”.