Ton van Vliet (67) en zijn vrouw verwelkomden een maand geleden Oekraïense gasten in hun huis in Dreumel. 
Tekst: Anne Kleisen 

Ton, hoe is de situatie bij jou thuis? 
“Ik woon hier met mijn vrouw. Mijn twee zoons zijn al een tijdje uitgevlogen. Sinds vier weken hebben we hier twee Oekraïense nichten in huis van 41 en 46 met drie kinderen van 7, 13 en 16. Onze omstandigheden zijn gunstig. Ik had hier vroeger een dierenartspraktijk. De praktijk is verplaatst en we hebben die ruimte verbouwd. Wij wonen in dat bijgebouw en de familie zit in ons huis. Dat gaat heel goed”. 

Wat is jullie motivatie om gasten in huis te nemen?
 
“De medemenselijkheid. De beelden die we op televisie zagen en de mogelijkheden die we hier hadden. Daarom hadden we samen zoiets van ‘Hier gaan we wat mee doen’.  Twee studenten uit Groningen zijn een paar dagen bezig geweest om de familie met een busje op te halen. We hadden nog geen contact gehad. We hadden alleen een appje gekregen dat ze zouden komen en een dag voor hun aankomst kregen we een foto van ze toegestuurd. Maar voor de rest wisten we niet wie er zou komen”. 

Hoe verliep dat eerste contact? 
“We hoorden al van de studenten dat ze erg angstig waren. Dat ze zich afvroegen waar ze heen zouden gaan en of wij wel voor hun veiligheid konden instaan. De studenten die ze ophaalden zijn er daarom nog even bijgebleven om het huis te laten zien. Ook omdat de gasten geen Nederlands of Engels spraken. We kregen van hen meteen de vraag hoe lang ze konden blijven. Toen we zeiden ‘Zo lang als nodig is’ vonden ze dat heel plezant. In het begin was het contact wat afwachtend, maar we waren er al snel heel intensief mee bezig. De jongste zoon zit nu in een Oekraïense klas. We brengen hem daar samen met een andere jongen van 8 heen. De ene keer rijdt zijn gastgezin en de andere keer wij. Maar ook het aanmelden bij de gemeente en bij de bank, er is zo veel te regelen”. 

Wat is het mooiste dat je tot nu toe hebt meegemaakt? 
“Ik heb het idee dat ze zich op hun gemak voelen. Het is een veilige situatie hier. Dus er wordt best wel gelachen. Dat vind ik het mooiste om te zien. Daarnaast het fietsen, dat kennen ze eigenlijk bijna niet. Dan vind ik het nog knap hoe ze er op blijven zitten. Voor de rest hun vriendelijkheid en hulpvaardigheid. Stel dat wij in de tuin aan het werk zijn dan komen ze 9 van de 10 keer helpen. Ze hebben beschikking over een eigen keuken dus we eten en koken los van elkaar. Maar af en toe krijgen we een taart of iets anders van ze”.

Wat gebeurt er met ze als na drie maanden de logeerperiode is afgelopen? 
“Wat ons betreft mogen ze ook na drie maanden blijven. Het gaat bij ons niet gebeuren dat ze weg moeten als wij op vakantie zijn. Ik weet ook niet hoe de situatie in Oekraïne zich gaat ontwikkelen. Ze komen uit een dorpje dat nu in de vuurlinie ligt. De man van de 41-jarige vecht daarin mee. Het is nog maar de vraag of hun huis er straks nog staat. Het is allemaal onzeker. Ze hebben zich aangemeld bij Nederlandse en Engelse les en we zijn bezig werk voor ze te zoeken. De oudste kinderen gaan na de vakantie naar de middelbare school, daar is ook een Oekraïense klas samengesteld. Het is mooi dat wij dit kunnen doen zonder onze privacy te moeten inleveren. Als de gasten er niet waren zou het huis leeg staan. Het kwam perfect uit. Wij zien dit niet als een opoffering”.