Hilda de Vlaming (55) uit Rotterdam heeft oud-collega’s Olena (26) en Irena (37) uit Oekraïne te gast. Olena en Irena zijn samen naar Nederland gevlucht.
Tekst: Anne Kleisen
Waar logeren Olena en Irena?
‘Ik woon met mijn man in een eengezinswoning. Onze kinderen zijn volwassen en de deur uit. Er is een grote zolder, ingericht met een bed, bank en een kast. Daar hebben Olena en Irena de ruimte om zichzelf terug te trekken. De badkamer en de keuken delen we. Ze zijn er sinds 11 juni’.
Dat is al best een tijd!
‘We hebben er niet bewust voor gekozen om de logeerperiode van drie maanden te verlengen. Maar we horen niets over andere woonruimte en zij krijgen ook niets anders aangeboden. We krijgen nu wel een beetje het gevoel dat het tijd is om ons huis terug te krijgen’.
Zit daar helemaal geen schot in?
‘De dames denken er zelf over om in december terug te gaan naar Oekraïne. Vooral de jongste mist haar familie en haar ouders heel erg. Dat kan ik me voorstellen rond die leeftijd. Ze komen uit Odessa, daar is het op zich redelijk veilig. Het is niet in het oorlogsgebied. Er is wel regelmatig een luchtalarm en dan moeten ze in de schuilkelder. Dat hoor ik van Olena’s moeder’.
Waarom hebben jullie gasten in huis genomen?
‘Snel nadat de oorlog uitbrak zagen we in de media al die mensen over de grens naar Polen gaan. En dat ze op zoek waren naar een huis. We hebben ons toen aangemeld. We hadden iets van “Dit kan gewoon niet, het is net geen Europa maar voor ons is het heel dichtbij”. Wij gunnen die mensen een goede plek. En die zolderkamer stond gewoon leeg. Daarnaast had ik zelf een dochter van 27. Ze woonde in Kopenhagen. Vorig jaar is ze overleden. Als ze thuiskwam, was die zolder haar kamer. We wilden mensen daar graag een veilige plek bieden’.
Zo dat is niet niks, wat knap dat jullie dan meteen voor een ander plaatsmaken
‘Zo zit ik denk ik gewoon in elkaar. Qua privacy passen we ons wel een beetje aan maar ook weer niet. We gaan onze eigen gang. De ene keer eten we samen en de andere keer niet. Wij koken soms voor iedereen en de andere keer zij. Voor mij is het alsof we twee volwassen pubers in huis hebben die de boel hier moeten gaan ontdekken en leren kennen. Als ze hulp nodig hebben bij het aanvragen van een bsn-nummer dan ga ik mee. Maar verder laat ik ze ook wel gaan’.
Merk je dat ze uit een gespannen thuissituatie komen?
‘Bij de oudste merk ik dat wel een beetje. Haar neef is even vermist geweest. Toen merkte ik dat ze onder spanning stond. Ze huilde en trok zich terug. We willen haar dan wel troosten maar dat is moeilijk omdat ze geen Engels spreekt. Dat moest dus via de jongste, die spreekt wel Engels. Dat is best lastig. De eerste nacht dat ze hier sliepen was het heel warm. De ramen stonden open. Die nacht vloog er een traumahelikopter over. Dat was confronterend voor ze, ze raakten ervan in paniek. Ik heb ze moeten uitleggen dat er iemand ziek was en naar de dokter moest’.
Kunnen ze hun weg een beetje vinden hier?
‘Ze hadden gelukkig snel werk. De ene in de horeca en de ander als schoonmaakster. Ze gaan naar Poolse winkels om eten te kopen, dat lijkt op het Oekraïense eten. Wij leren nu ook Oekraïens eten. Ze bakken alles in olijfolie. Als ik vlees braad, doe ik dat in olie en boter. Zij oververhitten hun pan met olie, dan denk ik “oohh mijn god”. Maar ik denk dat ze het daar zo gewend zijn, ik heb geen idee. We hebben geen regels opgesteld. Maar als ik me ergens aan stoor dan durf ik dat wel te zeggen. Bijvoorbeeld als ze gedoucht hebben dan wordt de hele badkamer nat. Toen vroeg ik of ze een raam open wilden zetten en de badkamer droog wilden maken na het douchen’.
Wat is het mooiste dat jullie hebben meegemaakt?
‘Toen we voor het eerst online contact hadden en we tegen ze zeiden dat ze hier mochten komen wonen. Ze moesten allebei huilen, dat doet me wel wat. En wat ik ook mooi vind is dat ik van hen ook steun krijg in het verlies van mijn dochter. Het zijn hele lieve, zorgzame meiden. Ze willen het liefst alles uit mijn handen nemen. Als we met z’n vieren gegeten hebben, moet ik gaan zitten en mag ik niets meer doen. Zij zetten koffie. Als ik een stofzuiger pak, wordt ‘ie uit mijn handen gehaald. Dan zeggen ze “Let me do it”. Daar had ik eerst wel moeite mee, om het uit handen te geven. Dan ging ik er tegenin. Maar ze willen het zo graag, je moet dat gewoon respecteren. Ik krijg veel liefde van die meiden’.
Update van Hilda op 21 december: ‘De dames zijn nu onderweg naar Odessa en wij wachten af of ze blijven of binnen de 30 dagen toch terugkomen naar Nederland. We worden van hun reis op de hoogte gehouden. Het is toch ineens wel stil in huis. Het was een heel emotioneel afscheid met een hoop tranen aan beide kanten’.